Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want van hun kleinste aan tot hun grootste toe [39]pleegt een ieder van hen gierigheid, en van den [40]profeet aan tot den priester toe [41]bedrijft een ieder van hen valsheid. 39. Hebreeuws alsof men zeide: Is gierigheid gierende; dat is, haakt naar vuil gewas. 40. Versta, de valse profeten. 41. Hebreeuws, doet; dat is, gaat om met leugen en valsheid. Vergelijk boven hfdst.5 vs.31, en onder hfdst.8 vs.10, enz., alwaar vast dezelfde woorden worden wederhaald.